Aan de oever van de Dijle

Origineel

Vlaamse versie Axl Peleman

Hitparade – The Seekers – The Carnival Is Over


Aan de oever van de Dijle
Zat verscholen in het riet
Ene jonge kleine kikker
Bij zèn moeder op de knie
Zie je daar zo sprak toen die moeder
Zie je daar, die oeievaar
Dat is de moordenaar van uw vader
Hij vrat hem op met huid en haar
Potverdoemme, sprak die kleine
Heeft die smeerlap dat gedaan?
Als ik groot en sterk zal wezen
Zal ?k hem op zèn bakkes slaan
Vele jaren zijn verstreken
En die kikker leeft niet meer
Maar die oeievaar zèn bakkes
Doet nog altijd even zeer


Eén gedachte over “Aan de oever van de Dijle

  1. Ik heb het liedje van mijn vader geleerd. Een geboren en getogen Mechelaar °1916.
    Waar hij het heeft geleerd weet ik niet. Maar het was een liedje van toen hij een kind was en dus van voor 1965 ( Hij groeide op in de Hanswijk)
    ‘The carnival is over’ van the Seekers is van 1965. Het heeft idd dezelfde melodie maar een andere tekst. https://en.wikipedia.org/wiki/The_Carnival_Is_Over

    Wikipedia geeft een interessantere uitleg en situeert de melodie in 1890 en zelfs vroeger. Het zou zelfs om een oud Russisch volksliedje gaan van +- 1680.
    Dàt lied gaat over een verhaal van een Rus die zijn kersverse bruid in de Wolga overboord gooit. ( En dat nu wel een gebeurtenis waar je als straatzanger wel eens een liedje over wil maken 😉 )
    En in 1964 werd dat volkslied zo blijkt, in Australië door een Russisch koor gezongen. Daar werd het opgepikt, herwerkt en dan is het via via bij the Seekers geraakt

    Het is nu ook weer niet zo verwonderlijk dat zo een Russisch volkslied in onze contreien belandde.
    De uitwisseling tussen Rusland en de Nederlanden waren in de 18e eeuw (oa door tsaar Peter de Grote) wel intenser. Toevallig enkele jaren na het ontstaan van het liedje.
    Omgekeerd is zijn er ook voorbeelden te vinden bijvoorbeeld ‘ik zag Cecilia komen’
    Een Vlaams lied dat later in een compositie ( Die Moldau) van de componist Smetana werd gebruikt.

    In Mechelen en omstreken is het liedje deze versie die ik van mijn vader leerde.
    Het is nog goed bekend bij ‘oudere’ mensen.

    Aan de oevers van de Dijle
    diep verscholen in het riet
    zat een jonge groene/kleine kikker
    bij zijn moeder op haar knie

    “Ziede daar” sprak moeder wijzend
    “Ziede daar, dien ooievaar?”
    “Hij is de moerdeneir van a vader.
    Hij frette em oep mé huid en haar”

    “Godverdekke”: zei(t) die kleine
    “Hei die smeerlap da gedaan?”
    “Als ik groe(e)t en sterk zal wezen,
    zal ik ‘m oep z’n bakkes slaan”

    Vele jaren zijn verstreken
    en die kleine is niet meer.
    Maar da bakkes van dien oeievaar,
    doe nog altijd eive zieer.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *